Hikers en trekkers doen er goed aan om een gids in te huren voor een meerdaagse tocht door de jungles van Maleisië. De Nationale Parken van Endau Rompin en Taman Negara hebben in-house faciliteiten en gidsen die je langs de mooiste plekjes leiden. Zo slaap je op plekken waar maar weinigen komen en word je geïntroduceerd bij de Orang Asli, de oorspronkelijke bewoners van Maleisië.
Klimmen in Maleisië
Klimmen kun je hier veelvuldig. Hou er rekening mee dat je de meeste bergen pas na een tocht van meerdere dagen kunt beklimmen. De Gunung Tahan (2.187 meter) is de hoogste berg van West-Maleisië en is via een negendaagse trekking te bereiken. Ook de Gunung Jerai (Kedah), Gunung Korba (Perak) en de Gunung Tangsi (Negeri) zijn goed met touwen en ijzers te verkennen. In Oost-Maleisië zijn de bergen net even hoger. De Gunung Kinabalu (4.095 meter) in Sabah is goed ingesteld op beginners én gevorderden. De Gunung Trusmadi (2.462 meter) daarentegen vergt een intensieve klim van maar liefst zeven dagen, die wordt beloond met een adembenemend uitzicht op Gunung Kinabalu. Gunung Mulu National Park in Sarawak heeft naast de kalksteenbergen Gunung Mulu (2.376 meter) en Api (1.750 meter) ook een uitgebreid gangenstelsel van kalksteengrotten voor liefhebbers van speleologie.