Nieuw-Zeeland bestaat grofweg uit twee regio's: het Noordereiland en het Zuidereiland. Het Noordereiland ligt ten oosten van Australië en is een van de twee landmassa's in de Grote Oceaan die samen Nieuw-Zeeland vormen. Het Noordereiland is verdeeld in veertien regio's, te weten Northland, Auckland, Waikato, Bay Of Plenty, Hawke's Bay, Rotorua, Lake Taupo, Ruapehu, Taranaki, Manawatu-Wanganui, Coromandel, Eastland, Wellington en Wairarapa.

Klimaat

Hoewel Nieuw-Zeeland in de Grote Oceaan ligt, is het weer er niet gegarandeerd tropisch. Alleen het noorden van het Noordereiland is subtropisch te noemen, met milde winters en warme, vochtige zomers. De rest van het eiland kent een gematigd klimaat, zonder al extreme uitschieters. Februari is de warmste maand. In de winter schommelt het kwik rond de 14 graden Celsius, terwijl de gemiddelde zomertemperatuur rond de 23°C ligt. April tot en met augustus zijn de meest regenachtige maanden, wanneer er maandelijks ongeveer 130 mm uit de hemel komt zetten. Het grootste gedeelte hiervan valt in de bergen en aan de Westkust.

Beste reistijd

Oktober en november en maart zijn het meest geschikt om het Noordereiland te bezoeken. Wie toch in de Nieuw-Zeelandse zomer naar het Noordereiland afreist, moet er rekening mee houden dat de plaatselijke schoolvakanties hier in december en januari vallen, en wachttijden langer en toegangsprijzen hoger kunnen uitvallen.

Flora en fauna

In het midden van Noordereiland rijst een vulkanisch plateau omhoog vanuit de zuidoevers van het grote kratermeer Lake Taupo. Ten oosten en westen hiervan ligt een vruchtbaar heuvellandschap, dat wordt doorsneden door rivieren en naarmate de kust nadert steeds zanderiger wordt. Het noorden wordt gekenmerkt door bos- en grasland, waarop vooral de vele schapen in het land goed gedijen. In de subtropische regio Northland komen daarnaast ook vele mangrovemoerassen voor.

De geïsoleerde ligging van Nieuw-Zeeland en de afwezigheid van roofdieren hebben voor een unieke flora en fauna gezorgd. De Kauriboom bijvoorbeeld, is een zilvergrijze woudreus die meer dan 50 meter hoog kan worden. De grootste concentratie Kauri's staat in een oerbos bij Omapere. Daarnaast komen er op het eiland veel montereydennen voor, die werden geïmporteerd uit Californië en worden wilgen en populieren gebruikt om erosie van de heuvels te voorkomen. De bodem van het eiland is bedekt met varens en mossen.

Nieuw-Zeeland is vooral een paradijs voor vogels. De meest opvallende hiervan zijn de loopvogels, zoals de kiwi en takahe. Het eiland wordt door o.a. pinguïns, jan-van-genten en koningsalbatrossen ook veelvuldig gebruikt als broedplaats. Daarnaast leven er vooral vanuit Europa en Australië overgebrachte diersoorten, zoals schapen, geiten, opossums, herten en konijnen. De samenkomst van koude en warme golfstromen maken de wateren wat vissoorten betreft erg afwisselend. Tropische soorten als tonijn, marlijn en haai leven naast koudwatersoorten als schelvis en meun. Lokale vissoorten zijn trevally, kopvoorn en baars die voor de kust en de rivieren voorkomen.

Belangrijkste steden

Wellington is de hoofdstad van Nieuw-Zeeland en ligt in het zuidwesten van het Noordereiland. Andere belangrijke steden zijn daarnaast Auckland, Hamilton en Manukau.

MEER OCEANIË

Australië | Nieuw-Zeeland

OVER NIEUW-ZEELAND

Nieuw-Zeeland ligt precies aan de andere kant van de wereld. Het land bestaat uit twee eilanden: het Noordereiland en het Zuidereiland. Het Noordereiland ligt ten oosten van Australië en is een van de twee landmassa's in de Grote Oceaan die samen Nieuw-Zeeland vormen.