Chiang Mai, groene oase van rust en tradities

9920264264?profile=RESIZE_1200xRustig, bedaard, groen en fris. Het zijn zo maar wat termen die op Chiang Mai slaan. De stadsnaam mag in het Thais ‘nieuwe stad’ betekenen, maar eigenlijk is er weinig nieuws aan. Het is er nog een beetje zoals het oude Azië.

Pang, pang, pang. Het lijken wel pistoolschoten. De Nederlandse gasten van de Lisu Lodge schrikken enigszins. Gelukkig worden ze snel op hun gemak gesteld door gids Sunny. “Het is slechts een paar dagen tot het Chinese Nieuwjaar en de kinderen van het Lisu-bergvolk, dat naast de lodge woont, nemen met rotjes alvast een voorschot op het feest.” Sunny vertelt dat de dorpelingen veel jagen en dat het idee van geweerschoten dus eigenlijk niet zo’n gekke gedachte is.

De Lisu Lodge ligt in de bergen van Noord-Thailand. In de provincie Chiang Mai om precies te zijn. Om er te komen moet je zo’n twee uur rijden vanuit de stad Chiang Mai. Langs onder water gezette rijstvelden, primitieve huisjes en zacht glooiende heuvels. Op de waterlandjes ploegen tractoren onophoudelijk als waterfietsen door het drassige land. En de arbeiders met punthoedjes van stro staan tot de knieën in het water om de rijst te verbouwen.

9920264289?profile=RESIZE_1200x

Hoe verder je van Chang Mai en dichter bij de lodge komt, hoe exotischer en hoger de begroeiing wordt: palmbomen, varens, bamboe. Je proeft dat de jungle in aantocht is. Wanneer de Lisu Lodge wordt aangegeven, verlaat de bestuurder van de bus de geasfalteerde weg en rijdt hij een simpel landweggetje op. Daar is de jungle dan. De planten en bomen hangen boven de weg en zorgen dat passagiers pas na een paar minuten doorhebben dat ze ook ingesloten worden door bergen, als een soort verborgen vallei.

Asbak
Op het terrein van de Lisu Lodge heerst een heerlijke serene rust. De bladeren op het grote grasveld worden door de tuinman netjes naar de zijkant geharkt. De kinderen van de dorpelingen die voor de lodge werken, spelen tussen de vier bamboehouten bungalows op het grasveld. En een van de gastvrouwen zet in de houten bar koffie en thee. De gasten pakken hun spullen uit. Ze kijken hun ogen uit. De lodge, die uit zes kamers en een gemeenschappelijk gedeelte bestaat, past dankzij het bamboehout precies in de omgeving. De kamers zijn niet heel groot, maar hebben een groot tweepersoonsbed en elk een eigen badkamer. Het grote dak van de lodge hangt niet alleen boven de kamers, maar ook boven de gemeenschappelijke ruimte. Het verschil is alleen dat die geen muren hebben. Bezoekers kunnen dus heerlijk in de open lucht zitten, terwijl zon en eventuele regen geen kans hebben. In de gemeenschappelijke ruimte kunnen bezoekers ontspannen op een matje of een boek lezen aan de eettafel. Het uitzicht is dankzij het ontbreken van wanden weergaloos. De vallei straalt dankzij het felle zonlicht en al haar groene tropische planten bijna de lodge in.

Inmiddels hebben de gasten hun spullen uitgepakt. Of beter gezegd: ze hebben zich omgekleed. Er staat namelijk een fietstocht op het programma. Maar niet voordat de zojuist gezette kopjes koffie en thee zijn genuttigd. De mensen van de Lisu Lodge zijn uiterst gastvrij. De enkeling die bij zijn koffie een sigaretje rookt, hoeft niet te zoeken naar een asbak. Nog voordat de fik in de peuk gaat, zet een Lisu-vrouw een exemplaar op tafel.

Spirits
Gids Sunny vertelt ondertussen wat over de Lisu Lodge en het nabijgelegen dorpje. “In 2001 is deze lodge geopend”, zegt hij. “De eigenaar werkt vooral met dorpelingen uit het naastgelegen dorp. Dit zodat de sfeer authentiek blijft. In het dorp leeft men nog volgens eeuwenoude tradities. Zo onthouden ze bijvoorbeeld niet op welke dag ze geboren zijn. Ze tellen aan de hand van de regenseizoenen wel de jaren.”
Sunny vertelt ook een verhaal over een Aka-stam, die in de buurt woont. Daar kennen ze weer net even andere rituelen. “Die mensen geloven in spirits. In goede en kwade. Bij de geboorte van een tweeling geloven ze dat de kinderen het goed én het kwaad representeren. Ze weten alleen niet welke de kwade is. En dus vermoorden ze allebei de kinderen door as in hun mond en neus te stoppen. Tsja, het zijn eeuwenoude tradities. Zullen we maar gaan fietsen?”

9920264878?profile=RESIZE_1200x

Fietsen
De fietstocht leidt langs natte rijstvelden, groene terrassen, ruwe bergpassen, kabbelende riviertjes en primitieve dorpjes. Achter elke bocht en achter elke berg schuilt weer een nieuw en prachtig vergezicht. Wat een gevoel van vrijheid. En overal lachen en zwaaien de mensen. Omdat de luchtvochtigheid in het hoge noorden van Thailand een stuk lager ligt dan in bijvoorbeeld Bangkok, is de fietstocht prima vol te houden. De uiteindelijke bestemming is een olifantenkamp, gelegen aan de Mae Teng rivier, waar de groep op de rug van een olifant mag rijden.
Het is een dilemma, niet iedereen vindt het prettig dat deze wilde dieren hier vastzitten. Er zijn zat verhalen van olifanten die slecht behandeld worden. Deze olifanten zien er echter gezond en gelukkig uit en sommige lopen zelfs los over het terrein nadat ze hun rondjes hebben gemaakt. Ze worden in ieder geval met respect behandeld. Tijdens de tocht zit een begeleider op de kop van het dier. Het dier lijkt zich op zijn gemak te voelen. Het loopt rustig over de paadjes en stopt zelfs even om een tak te pakken om zich mee te krabben. Even later stopt hij ook even om wat gras te pakken met zijn slurf. De begeleider laat het allemaal rustig toe.

Capriolen
Bij terugkomst maken de meesten nog een rondje door naast gelegen Lisu-dorp. Terwijl kippen op de stoffige straatjes los rond lopen, stoeien de kinderen met elkaar alsof ze superhelden zijn. De oudere jongens spelen op een veldje ‘sepak’: een sport die volleybal, voetbal en martial arts combineert. Met omhalen en andere capriolen proberen ze de bal met hun voeten over het net te werken. Een paar jonge ventjes kijkt toe hoe hun broers lachend en schreeuwend in de weer zijn.
Na het avondeten zoekt het grootste gedeelte van de groep de kamer op. De lange dag heeft er in gehakt. Met een open raam én een klamboe is de nacht een pareltje. Vanaf het dikke matras is de sterrenhemel kraakhelder. Hier in deze afgelegen vallei is geen tegenlicht van straatlantaarns. De krekels kraken af en toe en in de verte klinkt het geblaf van een hond, maar gelukkig blijft de nacht gevrijwaard van geritsel van dieren in de buurt van de lodge. Wel zo prettig voor de gemoedsrust. Het is slapen in de wildernis, maar wel in luxe.

9920265272?profile=RESIZE_1200x

Chiang Mai
Ondertussen is het in de stad Chiang Mai ook prima toeven. Het verkeer heeft net als in Bangkok een ietwat chaotisch voorkomen, al blijkt dat bij een nadere inspectie ook wel weer mee te vallen. Er gebeurt van alles en er rijdt ook van alles op de weg (op scootertjes zitten altijd meer dan twee personen of worden kippen, honden of fietsen meegesjouwd), maar eigenlijk gaat het er vrij rustig aan toe. Geen getoeter, geen geschreeuw. Geen plotselinge rempartijen of auto’s die op gekke plekken geparkeerd staan. En als toerist heb je eigenlijk ook niets te vrezen. Waar in andere landen nog wel eens extra op het gas wordt getrapt bij een zebrapad, remmen de Thai altijd netjes. Thailand wordt niet voor niets het land van de duizend glimlachen genoemd.
Het is hier rustig, bedaard, groen; fris ook. Misschien komt het omdat Chiang Mai dichterbij het aangrenzende Laos ligt, een land dat wordt gezien als het oude Azië. Overeenkomstig met de rest van het land zie je ook hier overal de beeltenis van koning Rama IX, vaak omlijst met veel goud.

Doi Suthep
De plek in Chiang Mai waar de kleur goud ongetwijfeld het best vertegenwoordigd is, is de Doi Suthep tempel. Dit boeddhistische bedevaartsoord ligt op zo’n twintig minuten rijden van het stadscentrum en ligt verscholen in groene heuvels, op een berg met dezelfde naam. Via kronkelende bergweggetjes, waarover in de middagzon zelfs enkele wielrenners omhoog proberen te rijden, slingeren toeristen en gelovigen zich per auto naar boven. Ook Roy Tan uit Singapore heeft vandaag de weg naar boven gemaakt. Hij is bevriend met twee monniken die hier wonen: Vylat en Komgyn. Voordat hij zijn vrienden treft, moet hij de 309 treden lange trap nemen. Hij kiest echter voor het kabelwagentje. Kan ook.

Zijn vrienden, gekleed in oranje gewaden, wachten hem boven op. Het is een hartelijke begroeting. Voordat de ruim tien meter hoge gouden stoepa te zien is, moet Tan eerst het binnenterrein op. De stoepa symboliseert de geest van de Boeddha. Om bij de stoepa te komen moet Tan, net als iedereen, volgens de traditie wel eerst zijn schoenen uitdoen. Meteen wanneer hij het trapje oploopt en het binnenterrein betreedt, weerkaatst het goud van de reusachtige stoepa in zijn ogen. Hij wrijft even. De zon schijnt vurig en de lucht is knalblauw, het contrast is groot.

Sprenkelen
Op de vloer rond de stoepa, die door het ontbreken van schoenen opvallend schoon is, knielen her en der mensen. Ze bidden hardop. Rondom de stoepa lopen ook mensen; oosterlingen, maar ook westerlingen. Ze houden bloemen en soms een vel papier vast. Hardop lezen ze een gebed voor.
Het open binnenterrein wordt omringd door een tempel en overdekte gangen. In de gangen staan allerlei gouden beelden. Er staan olifanten, maar vooral veel Boeddhas. Staande Boeddhas, zittende Boeddhas, knielende Boeddhas, gebarende Boeddhas. In de tempel zit een monnik die gelovigen zegent met heilig water. Iedereen gaat op zijn knieën. De monnik gebruikt een bij elkaar gebonden bosje houtjes. Hij doopt die in het water en sprenkelt het vervolgens over de gelovigen uit.

9920266064?profile=original

Aan de andere kant van de muren van het binnenterrein hangt een rij klokken. Tan legt uit: “Na het zegenen gaan de mensen hierheen om de klokken te luiden. Dat hoort bij het ritueel. Het is sowieso een heel speciale plek deze tempel. Er zou een haar van de Boeddha in de stoepa zitten. Mensen komen daarom van over de hele wereld hierheen.”

Chiang Mai is inderdaad een speciale plek. Niet per se vanwege de haar van de Boeddha in de Doi Suthep tempel, zoals Tan zegt. Maar meer door de combinatie van cultuur, natuur en tradities. Chiang Mai is fris, niet alleen qua temperatuur is het aangenaam, maar het is een plek waar de natuur nog floreert en de drukte niet zulke groteske vormen heeft aangenomen als in Bangkok. De uitheemse bergdorpen en boeddhistische tempels staan op de meest prachtige en afgesloten plekken en vertegenwoordigen de cultuur en tradities van het oude Azië. Chiang Mai is simpelweg een heerlijke plek waar van alles te doen, maar niks te druk is.

Hier ligt Chiang Mai:

Tekst en beeld Lars van Soest

E-mail mij als mensen hun opmerkingen achterlaten –

Je moet lid zijn van Meridian Travel om reacties toe te voegen!

Join Meridian Travel

BEKIJK ONZE GIDSCOLLECTIE

BESTEL ONZE ORIGINALS

LEES ONS REISMAGAZINE